Toezicht en instructie in praktijklokalen

Algemene informatie

In vaklokalen, praktijklokalen en werkplaatsen treden arbeidsrisico’s op door de aanwezigheid en het gebruik van machines, gevaarlijke stoffen, gereedschappen, elektrische voorzieningen, geluidsbelasting en dergelijke. Maatregelen om de veiligheid en gezondheid van medewerkers te garanderen, zijn dan nodig. De Arbowet noemt specifiek jeugdigen onder de achttien jaar: gelet hun lichamelijke en geestelijke ontwikkeling schatten zij gevaren niet altijd goed in en is hun werkervaring vaak nog gering.

Zeer belangrijk is het geven van doeltreffende voorlichting en instructie aan medewerkers en studenten en het zorgen voor een adequate begeleiding en deskundig toezicht in praktijksituaties. De wetgever benoemt hierbij geen specifieke kengetallen. De invulling van ‘doeltreffend’, ‘adequaat’ en ‘deskundig’ is de verantwoordelijkheid van de instelling zelf.

Normen en wetgeving

  • De werkgever zorgt voor adequate en deskundige begeleiding en toezicht, bijvoorbeeld door vakdocenten en technisch onderwijs assistenten, om gevaren te voorkomen. Studenten zijn op hun beurt verplicht zich te houden aan de instructies.
  • Arbowet artikel 8: Arbeidsomstandighedenwet/Voorlichting en onderricht.
  • Arbowet artikel 10: Arbeidsomstandighedenwet / Voorkomen van gevaar voor derden.
  • Arbowet artikel 11: Arbeidsomstandighedenwet / Algemene verplichtingen van de werknemers.
  • Arbobesluit artikel 1.37: Arbeidsomstandighedenbesluit / Definities en toepassingsgebied / Jeugdigen / Deskundig toezicht.

Maatregelen

1. Toezicht

  • Vakdocenten houden toezicht op de veiligheid en gezondheid van de studenten tijdens hun werk.
  • Vakdocenten zijn bevoegd en deskundig.
  • De werkgever zorgt dat de docenten beschikken over actuele kennis over de arborisico’s in hun praktijklokaal.
  • Het aantal toezichthouders is afgestemd op:
    • de groepsgrootte;
    • het niveau van kennis en kunde (ervaring, bekwaamheid) van de studenten;
    • de afmeting, vorm en indeling van het lokaal;
    • het aantal werkplekken en machines;
    • de aard en de risico’s van de werkzaamheden.

2. Instructie

  • Voorafgaand aan het gebruik van machines, gevaarlijke stoffen of gevaarlijke werkzaamheden geeft de verantwoordelijke vakdocent instructie. Deze instructie gaat specifiek in op risico’s, veilig werken, de omgang met machine en stoffen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • Deze instructie gebeurt minimaal voorafgaand aan het gebruik en wordt waar nodig of wenselijk periodiek herhaald.
  • De vakdocent toetst of de studenten de informatie hebben ontvangen én begrepen.
  • Het geven en ontvangen van instructie wordt schriftelijk vastgelegd en ondertekend door zowel docent als student.
  • Studenten zijn op de hoogte van hun eigen verantwoordelijkheid en verplichtingen.
  • In het lokaal is recente informatie over de risico’s van de betreffende stoffen en machines aanwezig. Bij de werkzaamheden van studenten zijn de ter zake deskundige begeleiders voortdurend aanwezig.

De thema’s van de arbocatalogus

Administratieve werkplekken en beeldschermwerk

Arbeidsomstandig­heden beleid en organisatie

Bedrijfshulpverlening

Biologische agentia

Geluid

Gevaarlijke stoffen

Inrichtingseisen gebouw

Machineveiligheid en arbeidsmiddelen

Ongevallenregistratie

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Praktijklokalen

Sociale veiligheid

Toezicht en instructie

Verzuim en re-integratie

Werkdruk