Algemene informatie

Bij werkzaamheden als het opbouwen van het podium of het ophangen van geluidsapparatuur en lampen kan er sprake zijn van werken op hoogte. Op een werkplek waar het gevaar bestaat om 2,50 meter of meer te vallen, is er in ieder geval sprake van valgevaar. Er bestaat dus een verhoogd risico en dat kan zelfs fatale gevolgen hebben. Maar ook onder de 2,50 meter moeten de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen.

Er wordt bij werkzaamheden op hoogte vaak gebruik gemaakt van ladders. Ladders en trappen dienen meestal om een hoger gelegen niveau te bereiken. Toch worden ladders en trappen in een aantal gevallen ook gebruikt als arbeidsmiddel voor het staande uitvoeren van werkzaamheden. Soms wordt hiervoor een ladder gebruikt terwijl er ook veiligere alternatieven (zoals de inzet van een hoogwerker) voor handen zijn. Ook hier geldt de arbeidshygiënische strategie. Om te beoordelen of een ladder gebruikt mag worden als werkplek is de leidraad ‘Veilig werken op hoogte‘ ontwikkeld. Wanneer er een ladder wordt gebruikt, is het van belang er rekening gehouden wordt met een aantal aspecten zoals verwoord in Volandis: De ladder als werkplek.

Om te voorkomen dat gebruik gemaakt wordt van ondeugdelijk klimmateriaal, dient klimmaterieel (ladders, trappen, steigerdelen, eventuele valbeveiliging) periodiek te worden gecontroleerd op deugdelijkheid. Daarnaast is een jaarlijkse keuring voorgeschreven door daartoe opgeleide interne of externe keurmeesters. De keuringen van ladders en trappen worden uitgevoerd volgens de norm NEN 2484.

Normen en wetgeving

  • Ladders en trappen vallen onder het Besluit draagbaar klimmaterieel. Ze moeten regelmatig gecontroleerd worden op gebreken en jaarlijks worden gekeurd.
  • Bij het verrichten van arbeid waarbij valgevaar bestaat, is dit gevaar tegengegaan door het plaatsen van een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer of zijn doelmatige hekwerken, leuningen of andere dergelijke voorzieningen aangebracht.
  • Het gebruik van ladders en trappen als arbeidsplaatsen op hoogte, is beperkt tot omstandigheden waarin het gebruik van andere, veiligere arbeidsmiddelen niet gerechtvaardigd is in verband met het geringe risico, en
    a. vanwege de korte gebruiksduur, of
    b. de bestaande kenmerken van de locaties die de werkgever niet kan veranderen.
  • Verder wordt de deelarbocatalogus Werken op hoogte uit de Arbocatalogus Podiumkunsten gevolgd.

Maatregelen

  • Beperk het gebruik van ladders tot een minimum; laat werknemers en studenten zoveel mogelijk vanaf een veilige werkplek (steiger of bordes) werken, of kies voor ledverlichting waarmee kleur kan worden gewisseld zonder op hoogte filters te vervangen.
  • Wie werkt met een hoogwerker, dient in het bezit te zijn van een certificaat ‘Werken met de hoogwerker’ en moet de instructies die gelden voor het werken met een hoogwerker opvolgen.
  • Wanneer toch een ladder nodig is, is het van belang deze op de juiste wijze te gebruiken. Daarom is er geborgd dat er een uitgebreide instructie is over veilig werken op een ladder vóór het eerste gebruik van een ladder.Ook het werken met een valbeveiliging kan alleen plaatsvinden na een veiligheidsinstructie.
  • Zorg dat ladders, trappen en steigers periodiek (aantoonbare registratie) en voor ieder gebruik worden gecontroleerd op gebreken.

Veilig gebruik (Podium en evenementen):

  • Ladders moet u stabiel plaatsen, op een onbeweeglijke ondergrond, zodat de sporten horizontaal blijven.
  • Hangladders (met uitzondering van touwladders) moeten zodanig zijn vastgemaakt dat zij niet kunnen schuiven of heen en weer zwaaien.
  • De voet van een draagbare ladder mag niet wegglijden en is zo nodig voorzien van een stabiliteitsbalk.
  • Toegangsladders, zoals bij steigers, moeten minimaal 1 meter boven het toegangsniveau uitsteken.
  • Meerdelige ladders en schuifladders moeten zodanig gebruikt worden dat de verschillende delen niet ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.
  • Beweegbare ladders moeten worden vastgezet voor u ze betreedt.
  • Werknemers moeten te allen tijde veilige steun en houvast aan de ladder hebben, ook als ze met de hand lasten dragen op de ladder.
  • Ladders zijn bij een klimhoogte van 10 meter of meer, op maximaal 7,50 meter onderbroken door een rustbordes.
  • Bordessen waarbij valgevaar aanwezig is, zijn voorzien van een veiligheidsreling.
  • Bordessen op meer dan 2,5 meter hoogte zijn altijd voorzien van een hekwerk rondom van minimaal 1 meter hoog, of van veiligheidsrelingen. Deze moeten bestaan uit een bovenleuning, op minimaal 1 meter hoogte, een tussenleuning op kniehoogte (ca. 47 cm) en een kantplank of schopplank die aansluit op de vloer/het werkvlak, van 15 cm hoog. Op het te betreden rustbordes is aan beide kanten van de toegang een randbeveiliging aangebracht over een lengte van 4 meter of de toegang sluit aan op de aanwezige randbeveiliging.
  • Een houten ladder mag slechts met vernis of olie behandeld zijn. Dit om vroegtijdig scheuren te herkennen.

De thema’s van de arbocatalogus

Administratieve werkplekken en beeldschermwerk

Arbeidsomstandig­heden beleid en organisatie

Bedrijfshulpverlening

Biologische agentia

Geluid

Gevaarlijke stoffen

Inrichtingseisen gebouw

Machineveiligheid en arbeidsmiddelen

Ongevallenregistratie

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Praktijklokalen

Sociale veiligheid

Toezicht en instructie

Verzuim en re-integratie

Werkdruk