Werken met glaswerk
Praktijklokalen – Laboratoria
In praktijklokalen die zijn ingericht als laboratorium wordt veel gewerkt met glaswerk, zoals erlenmeyers, maatcilinders en maatbekers. Veel ongevallen in laboratoria ontstaan door gebroken glas. Wanneer glas breekt, kunnen niet alleen directe verwondingen ontstaan, bijvoorbeeld door wegspringende scherven, maar ook gevaarlijke stoffen vrijkomen. Dit kan, afhankelijk van de eigenschappen van de stoffen en de omstandigheden, leiden tot brand, blootstelling aan schadelijke dampen of gassen, besmettingen of het wegspatten van hete of bijtende vloeistoffen.
Maatregelen
- Ga vooraf na of het glaswerk geschikt is voor de beoogde toepassing.
- Gebruik drukveiligheden en afschermingen bij het werken onder druk of vacuüm.
- Vet stoppen, kranen en slijpstukken in.
- Oefen, bij vastzittende slijpstukken en dergelijke, niet met blote handen kracht uit om ze los te maken.
- Oefen niet te veel kracht uit bij het bevestigen of loshalen van slangen aan of van glazen buisjes of wanneer u glazen onderdelen van opstellingen inklemt.
- Verhitten glaswerk gelijkmatig en gebruik hittebestendig glaswerk, dus geen stopflessen, maatcilinders en afzuigerlenmeyers.
- Zorg dat glazen flessen met chemicaliën veilig worden vervoerd, bijvoorbeeld in plastic emmertjes of in draagmandjes.
- Zorg dat geen krassen ontstaan bij de omgang en reiniging van glaswerk .
- Gebruik bij het opruimen van gebroken glas geschikte handschoenen en zorg dat rustig en voorzichtig wordt gewerkt. De handschoenen moeten bestand zijn tegen mechanische risico’s (snijgevaar conform EN388) en tegen chemische risico’s (chemisch resistent conform EN 374).