Blootstelling aan houtstof

Algemene informatie

Bij houtbewerking ontstaat houtstof als gevolg van zagen, schaven of schuren. Blootstelling aan houtstof betekent met name het inademen van houtstof. Na inademing komt het stof terecht in de longen. Stof bestaat uit deeltjes van verschillende grootte. De grootte bepaalt waar de deeltjes na inademing terechtkomen. De grootste worden weggevangen in de neus-, mond- en keelholte, maar de kleinste kunnen doordringen tot in de longblaasjes. Stof dat u door de neus of de mond inademt, heet ‘inhaleerbaar stof’. Kan het stof tot in de longblaasjes doordringen, dan spreken we van ‘respirabel stof’.

De deeltjesgrootte van het stof dat vrijkomt verschilt per houtsoort en per bewerking. Bij harde houtsoorten komen kleinere stofdeeltjes vrij dan bij zacht hout en vooral bij schuren ontstaat heel fijn stof. De hoeveelheid houtstof die vrijkomt, hangt sterk af van de uitgevoerde bewerkingen. Vooral bij het schuren van hout kunnen flinke hoeveelheden ontstaan. Ook schaven, frezen en (machinaal) zagen zijn stoffige bewerkingen. Boren zorgt meestal voor lagere concentraties.

Daarnaast is het bewerken van plaatmateriaal (MDF, spaanplaat) vaak een bron van grote hoeveelheden houtstof. Veel van dit hout heeft een behandeling ondergaan. Het is bijvoorbeeld geverfd, gelijmd of met een verduurzamingsmiddel behandeld. Dan zitten er allerlei chemische toevoegingen op of in het hout. Bij bewerking komen deze toevoegingen in het houtstof terecht. Zo kunnen ze met het stof worden ingeademd en in het lichaam terechtkomen.

Bekende toevoegingen zijn:

  • verduurzamingsmiddelen
  • lijm
  • verf

Veel houtsoorten bevatten stoffen die irriterend zijn voor huid, ogen en slijmvliezen. Allergie als gevolg van blootstelling aan bepaalde houtsoorten komt regelmatig voor. Bekende houtsoorten die allergie kunnen veroorzaken, zijn onder andere: grenen, western red ceder, iroko, robinia, eiken en teak. Huiduitslag, eczeem of astma kunnen het gevolg zijn. Houtstof, zeker van hardhout, is opgenomen in de lijst van kankerverwekkende stoffen. Het kan long- en neuskanker veroorzaken bij langdurige blootstelling. Voorbeelden van hardhout zijn: beuken, eiken, kersen, noten, mahonie, meranti en teak.

Een specifiek risico bij houtbewerking is stofexplosiegevaar. Zie hiervoor stofexplosiegevaar(ATEX).

Normen en wetgeving

  • Er geldt een wettelijke grenswaarde van 2 mg/m3 voor houtstof.
  • Als onderdeel van de RI&E inventariseert de mbo-instelling de blootstelling aan houtstof door middel van een deskundige schatting of meting. Bij metingen wordt het ‘protocol voor beoordeling van blootstelling aan houtstof in houtverwerkende ondernemingen’ gevolgd. Dit protocol is ondermeer opgenomen als bijlage in het Arbo-informatieblad 23: “Toxische stoffen in de houtverwerkende industrie”.
  •  Praktijktip: Zodra voetstappen in het stof zichtbaar zijn, is de concentratie te hoog.

Maatregelen

  • Gebruik massief hout.  Maak alleen gebruik van materialen zoals MDF en multiplex als het om onderwijskundige redenen niet anders kan. Besteed dan extra zorg aan beschermende maatregelen. Gebruik zoveel mogelijk zachte houtsoorten, zoals vuren.
  • Vermijd zoveel mogelijk houtsoorten die allergie kunnen veroorzaken, zoals grenen, western red ceder, iroko, robinia, eiken en teak. Als het om onderwijskundige redenen niet anders kan, besteed dan extra zorg aan beschermende maatregelen.
  • Gebruik onbehandeld hout.
  • Kies de werkmethode die het minste stof veroorzaakt. (bijvoorbeeld vlakschuurmachines gebruiken in plaats van rotatie- of bandschuurmachines; een dun zaagblad; scherp gereedschap; een zaagblad met veel tanden)
  • Zorg voor een goede omkasting van machines.
  • Zorg ervoor dat machines zijn voorzien van een afzuiging met voldoende capaciteit.
  • Zorg ervoor dat machines dagelijks worden schoongemaakt en dat hierbij:
    • het gebruik van perslucht en vegen zo veel mogelijk wordt voorkomen;
    • de schoonmaker een industriële stofzuiger met fijnstoffilter gebruikt.
    • dat tenminste één keer per week werkoppervlakken en vloeren nat worden gereinigd.
  • Beperk het aantal personen dat wordt blootgesteld aan stof.
  • Voer frequent onderhoud uit aan afzuiginstallaties en gereedschap.
  • Geef voorlichting en instructies over houtstof en de preventieve maatregelen om blootstelling te voorkomen.
  • Als bovenstaande maatregelen onvoldoende resultaat opleveren, moeten persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking worden gesteld aan werknemers en studenten. Aangeraden wordt bij stoffige werkzaamheden en opruim- en schoonmaakwerk een masker met P2-filter.Zorg dat duidelijk is aangegeven waar en bij welke werkzaamheden medewerkers en studenten gebruik moeten maken van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals veiligheidsschoenen, stofmaskers, werkkleding en gehoorbescherming.

De thema’s van de arbocatalogus

Administratieve werkplekken en beeldschermwerk

Arbeidsomstandig­heden beleid en organisatie

Bedrijfshulpverlening

Biologische agentia

Geluid

Gevaarlijke stoffen

Inrichtingseisen gebouw

Machineveiligheid en arbeidsmiddelen

Ongevallenregistratie

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Praktijklokalen

Sociale veiligheid

Toezicht en instructie

Verzuim en re-integratie

Werkdruk