Werken in de spuiterij

Algemene informatie

In sommige praktijklokalen is een spuiterij aanwezig. Bij het werken in een spuiterij bestaat een risico om blootgesteld te worden aan gevaarlijke stoffen. Ook is er explosiegevaar door het werken met licht ontvlambare stoffen.

Blootstelling aan organische oplosmiddelen

De meeste verf bevat een bepaalde concentratie organische oplosmiddelen. Kortdurende blootstelling aan een hoge concentratie oplosmiddelen kan een verdovend effect, misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en hartkloppingen veroorzaken. De klachten verdwijnen vaak snel na beëindiging van de werkzaamheden.

Bij langdurige blootstelling kan permanente gezondheidsschade ontstaan, zoals versnelde veroudering van de hersenfuncties. Deze aandoening staat bekend als de ‘schildersziekte’, organisch psychosyndroom (OPS). Ook zijn sommige oplosmiddelen zijn schadelijk voor de voortplanting.

Blootstelling aan isocyanaten

In sommige lakken zitten, behalve organische oplosmiddelen, ook isocyanaten. Die kunnen beroepsastma (het belangrijkste gezondheidseffect) en andere luchtweg- en huidaandoeningen veroorzaken. Isocyanaten kunnen worden opgenomen door inademing en via de huid. Mensen kunnen al bij zeer lage blootstelling overgevoelig worden voor de stoffen. Vervolgens kunnen de klachten ook bij zeer lage blootstelling optreden.

Kijk voor meer informatie over isocyanaten op www.beroepsziekten.nl

Explosiegevaar

Veel verfsoorten hebben als oplosmiddel een licht ontvlambare vloeistof, zoals thinner of terpentine. Deze vloeistoffen worden gebruikt om de verf op spuitdikte te brengen of om de verfspuit te reinigen. Een licht ontvlambare vloeistof verdampt zeer gemakkelijk. Bij kamertemperatuur vormt de damp met lucht een zeer brandbaar mengsel, dat gemakkelijk kan ontsteken. Eén vonk is al voldoende. Daarbij komt nog dat licht ontvlambare vloeistoffen direct een felle brand veroorzaken.

Bij spuiten is er altijd sprake van ‘overspray’: de hoeveelheid verf die langs het te behandelen oppervlak wordt gespoten en neerslaat op de vloer of de spuitwand. Het merendeel wordt opgevangen in het filter van de spuitwand. In zo’n opeenhoping van natte verfresten, zoals in het filter of op de vloer, kan broei ontstaan.

Bij het uitharden van verf, een chemisch proces, komt warmte vrij. Als die warmte niet snel genoeg kan worden afgevoerd, treedt zelfontbranding op.

Normen en wetgeving

ATEX-richtlijnen

Om explosiegevaar te voorkomen, moeten werkplekken waar dat gevaar aanwezig is voldoen aan ATEX 153.  In de ATEX 153-richtlijn staan voorschriften voor de werkomgeving en zone-indeling.

De inhoud van de ATEX 153-richtlijn is vertaald naar het Nederlandse Arbeidsomstandighedenbesluit en is te vinden in paragraaf 2a, ‘Explosieve atmosferen‘. Om de ATEX 153-richtlijn op te volgen, moet u voor de spuiterij en verfmengruimte:

  • een nadere risicoanalyse uitwerken;
  • een gevarenzone-indeling opstellen;
  • passende technische en organisatorische maatregelen nemen; (zoals adequate afzuiging)
  • de werknemers voorlichten;
  • een explosieveiligheidsdocument opstellen. Apparaten die worden gebruikt in ruimtes waar explosiegevaar aanwezig is, moeten voldoen aan ATEX 114. In deze richtlijn voor producenten van machines en apparatuur staan de eisen waar apparatuur aan moet voldoen om gebruikt te mogen worden op plaatsen waar explosiegevaar is.

Maatregelen

  • Spuitwerkzaamheden moeten plaatsvinden in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte.
  • Gebruik verven en lakken met zo min mogelijk schadelijke stoffen,  zoals oplosmiddelen en isocyanaten.
  • Zorg voor een goede afzuiging in de cabine, ook in verband met explosiegevaar.
  • Zorg voor de juiste filters die voldoende vaak vervangen worden en een gerichte toevoer van verse lucht.
  • Kies een opstelling waarbij de spuiter zich niet bevindt tussen het te bewerken of uitdrogende werkstuk en de afzuiging.
  • Zorg voor een geventileerde droogruimte.
  • Verstrek spuitapparatuur die eenvoudig te reinigen is en met een geringe overspray.
  • Gebruik de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen:
    • gezicht- en ademhalingsbescherming (gelaatsmasker met filtertypen A, AX en P of een overdrukkap);
    • handschoenen (het type handschoenen dat u moet gebruiken staat in het veiligheidsinformatieblad dat hoort bij de gebruikte verf);
    • veiligheidsbril.
  • Er wordt dagelijks schoongemaakt zodat opeenhoping en eventuele broei van verfresten wordt voorkomen.
  • De spuitcabine en toebehoren worden minimaal jaarlijks gecontroleerd door een hierin gespecialiseerd bedrijf.
  • De blootstelling aan gevaarlijke stoffen is in kaart gebracht. Er is een register aanwezig van alle gebruikte gevaarlijke stoffen.
  • Om explosiegevaar te voorkomen, dienen de spuiterij, de verfmengruimte en opslagruimte voldoen aan ATEX 153. In deze richtlijn staan voorschriften voor de werkomgeving en zone-indeling.
  • Alle gebruikte machines en apparatuur in de spuiterij en verfmengruimte voldoen aan ATEX 114.

De thema’s van de arbocatalogus

Administratieve werkplekken en beeldschermwerk

Arbeidsomstandig­heden beleid en organisatie

Bedrijfshulpverlening

Biologische agentia

Geluid

Gevaarlijke stoffen

Inrichtingseisen gebouw

Machineveiligheid en arbeidsmiddelen

Ongevallenregistratie

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Praktijklokalen

Sociale veiligheid

Toezicht en instructie

Verzuim en re-integratie

Werkdruk