Maatregelen

Beperk het gebruik van ladders tot een minimum; laat werknemers en studenten zoveel mogelijk vanaf een veilige werkplek (zoals steiger of bordes) werken.

  • Ladder controleren voor gebruik:
    Vóór gebruik moet gecontroleerd worden of de ladder voldoet aan de volgende punten:

    • Als men een hoge plaats wil betreden moet de ladder minimaal 1 meter uitsteken boven het te bereiken niveau;
    • Sporten en bomen mogen niet gescheurd, gebroken of verbogen zijn;
    • Houten ladders mogen niet geschilderd zijn, alleen blank gelakt;
    • Sporten mogen niet gespijkerd zijn, maar zijn ruim 1,5 cm in de ladderbomen ingelaten;
    • Ladders mogen niet worden verlengd of gerepareerd door het opspijkeren van plankjes e.d.
    • Alle ladders moeten voorzien zijn van een keuringssticker, die niet is verlopen.

Een beschadigde ladder of een ladder die niet de laatste vijf bovenstaande punten voldoet, dient onmiddellijk buiten gebruik te worden gesteld en gemeld worden bij een daarvoor aangewezen persoon.

  • Ladder goed opstellen
    Bij het opstellen van een ladder moete de volgende punten in acht worden genomen

    • De ladder moet met de vloer en hoek van 65 tot 75 graden vormen (1:3 tot 1:4).
    • De ladder moet worden geborgd tegen wegschuiven / omvallen en /of wegschuiven/ onderuit glijden. Het borgen kan gebeuren door de ladder aan de bovenzijde vast te binden of aan de onderzijde klampen te slaan.
    • Meerdelige ladders en schuifladders moeten zodanig worden gebruikt dat de verschillende delen niet ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Zorg dat ladderdelen elkaar minstens twee sporten overlappen
    • Plaats de ladder op een vlakke stabiele ondergrond, vrij van obstakels.
    • Plaats geen ladder voor een deur of doorgang.
    • Houd de toegangen tot ladders vrij.
    • Plaats ladders zodanig dat ze niet door bijvoorbeeld (werk)verkeer kunnen worden omgereden.
  • Veilig gebruik van ladders:
    • De voethoogte is hoogstens 5 meter. Bij grotere hoogten is de inzet van een ander arbeidsmiddel nodig. Alleen als dat redelijkerwijs niet mogelijk is, kan na overleg met de verantwoordelijke binnen de school een maximale voethoogte van 7,5 meter mogelijk.
    • Reik niet te ver buiten de ladder (maximaal één armlengte) en vermijd zware duw- of trekactiviteiten op een ladder.
    • Lange ladders moeten tegen overmatig doorbuigen worden geschoord.
    • Ladders mogen niet worden gebruikt als onderslagen voor kruip of loopgangen, dus niet horizontaal gebruiken.
    • Ladders beklimmen en afdalen gebeurt met het gezicht naar de ladder toe.
    • Minimaal met één hand de ladder vasthouden.
    • Beklim de ladder niet hoger dan de vierde tree van boven.
    • Ten hoogste 1 persoon tegelijk op één ladder.
    • Houd schoenen vrij van klei, modder, natte verf, vet, olie en andere ongerechtigheden om uitglijden op de sporten te voorkomen.
    • Voorkom zoveel mogelijk het werken op ladders in de buurt van elektrische leidingen (als toch noodzakelijk, gebruik dan geen metalen maar houten ladders).
    • Laat staande ladders niet onbeheerd achter.

 

De thema’s van de arbocatalogus

Administratieve werkplekken en beeldschermwerk

Arbeidsomstandig­heden beleid en organisatie

Bedrijfshulpverlening

Biologische agentia

Geluid

Gevaarlijke stoffen

Inrichtingseisen gebouw

Machineveiligheid en arbeidsmiddelen

Ongevallenregistratie

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Praktijklokalen

Sociale veiligheid

Toezicht en instructie

Verzuim en re-integratie

Werkdruk