Maatregelen
1: Een veilige hoogwerker
- Werk alleen met hoogwerkers, die voorzien zijn van CE-markering en recent gekeurd zijn. De keuringsstickers en veiligheidsstickers dienen leesbaar te zijn.
- Zorg dat de handleiding altijd voor de gebruikers van een hoogwerker beschikbaar is.
- Check vooraf of de bediening van de hoogwerker bekend is: elke hoogwerker werkt weer net iets anders.
- Controleer (dagelijks) voorafgaand aan de werkzaamheden of noodstop en (nood)bedieningen goed werken (dus ook benedenbediening). Controleer bandenspanning en brandstofpeil. Gebruik voor de controle eventueel een vaste checklijst vanuit het bedrijf.
- Controleer ook de veiligheidsvoorzieningen in de werkbak: onbeschadigde bodem, relingen, toegangshek met werkende sluiting, goede bevestiging voor de valbeveiliging.
- Los zichtbare gebreken vóór gebruik eerst op, ook lekkages van brandstof, hydraulische olie, motorolie en beschadigingen aan de mast.
- De hoogwerker moet zijn voorzien van deugdelijke ondersteuningspunten/stempels die bij gebruik uitgezet moeten worden. (wielen die niet vastgezet kunnen worden gelden als niet deugdelijke ondersteuningspunten).
- Als stempels door handkracht worden vastgezet, mag niet door een simpele handeling de ondersteunende werking worden opgeheven.
- Als stempels mechanisch worden vastgezet mag het niet mogelijk zijn dat derden buiten medewerking van de bestuurder, de ondersteunende werking van de stempels opheffen.
- De hoogwerker dient alleen verreden te worden met het werkplatform in de laagste stand.
- De onderwagen moet waterpas worden opgesteld.
- Het hefvlak en alle uitspringende delen dienen voorzien te zijn van geel/zwart markering.
- De hoogwerker dient tenminste eenmaal per jaar door een op dit gebied deskundige instelling gekeurd te worden. Geconstateerde slijtage, ondeugdelijke bevestigingen en -materialen moeten hersteld dan wel vervangen worden.
2: Veilig gebruik van de hoogwerker
- Wie werkt met een hoogwerker dient in het bezit te zijn van een certificaat ‘Werken met de hoogwerker’ en moet de instructies die gelden voor het werken met een hoogwerker opvolgen.
- Bespreek, als met twee mensen in de bak wordt gewerkt, een goede onderlinge taakverdeling af. Blijf tijdens het werk met elkaar communiceren.
- De constructie van de hoogwerker moet zodanig zijn dat men er niet uit kan vallen; het leuningwerk van de werkbak is minimaal 1,10m hoog Aanlijning is verplicht voor alle personen in de werkbak, om te zorgen dat men zich niet in een zone begeeft met valgevaar (positioneringslijn).
- Check de gebruikershandleiding van de hoogwerker over het gebruik van de juiste bevestigingspunten voor de valbescherming en instrueer de medewerkers hierover.
- Voorkom dat medewerkers ver buiten de bak moeten reiken.
- Voorkom dat tijdens werkzaamheden materiaal op de hoogwerker valt of collega’s op de grond raakt.
- Verplaats de werkbak tijdens het werk zorgvuldig, voorkom letsel door schokken of stoten.
- Houd de werklocatie (en ook de werkbak zelf) overzichtelijk en schoon.
- Rijd niet met een zelfrijdende hoogwerker over grotere afstanden (en nooit met medewerkers er in!), en rijd bij het verplaatsen niet met een hoog opgeheven bak.
- Staak het werk bij ongunstige weersomstandigheden: bij windvlagen of te harde wind (> 6 Bf), stevige regen, sneeuw e.d.
- Zorg voor de juiste beschermingsmiddelen, passend bij de werkzaamheden in de hoogwerker.