Selecteer een pagina

Ladders en trappen

Machineveiligheid en arbeidsmiddelen

Momenteel ligt de tekst over dit thema ter toetsing voor bij het Ministerie van SZW. Zodra het thema definitief is goedgekeurd verwijdert SOM deze melding op deze webpagina.

Aan ladders en trappen worden specifieke eisen gesteld.

Normen en wetgeving

Ladders en trappen vallen onder het Besluit draagbaar klimmaterieel. Ze moeten regelmatig op gebreken worden gecontroleerd en jaarlijks gekeurd.

Maatregelen

Algemene richtlijnen voor veilig gebruik zijn:

  • Ladders moet u stabiel plaatsen, op een onbeweeglijke ondergrond, zodat de sporten horizontaal blijven.
  • Hangladders (met uitzondering van touwladders) moeten zodanig zijn vastgemaakt dat zij niet kunnen schuiven of heen en weer zwaaien.
  • De voet van een draagbare ladder mag niet wegglijden.
  • Toegangsladders, bijvoorbeeld bij steigers, moeten voldoende boven het toegangsniveau uitsteken.
  • Meerdelige ladders en schuifladders moeten zodanig worden gebruikt dat de verschillende delen niet ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.
  • Beweegbare ladders moeten worden vastgezet voor u ze betreedt.
  • Werknemers moeten altijd veilige steun en houvast aan de ladder hebben, ook als ze op de ladder lasten met de hand dragen.
  • Ladders zijn bij een klimhoogte van 10 meter of meer, op maximaal 7,50 meter onderbroken door een rustbordes.
  • Bordessen waarbij valgevaar aanwezig is, zijn voorzien van een veiligheidsreling.
  • Bordessen op meer dan 2,5 meter hoogte zijn altijd rondom voorzien van hekwerk van minimaal 1,0 meter hoogte of een leuningwerk bestaande uit een bovenleuning op minimaal 1,0 meter, een tussenleuning en een schoprand van minimaal 15 cm..
  • Op het te betreden rustbordes is aan beide kanten van de toegang een randbeveiliging aangebracht over een lengte van 4 meter, of de toegang sluit aan op de aanwezige randbeveiliging.
  • Een houten ladder mag slechts met vernis of olie behandeld zijn. Dit om vroegtijdig scheuren te herkennen.