Een school moet voldoende, naar sekse gescheiden sanitair hebben, zoals toiletten en ruimtes met wastafels.
Normen en wetgeving
Er zijn voldoende toiletten aanwezig (één per twintig aanwezigen per sekse). Daarnaast zijn douches vereist daar waar medewerkers/studenten werkzaamheden verrichten waarbij ze vuil worden (werkplaatsen), hoge fysieke inspanning leveren (onder meer gymnastieklokalen) en/of aan hitte bloot staan. Voor rolstoelgebruikers is een aangepast toilet beschikbaar, toegankelijk voor rolstoelen.
Alle sanitaire ruimtes worden voldoende schoongehouden (minimaal één maal per dag en zo nodig vaker) en verkeren in een goede bouwkundige staat. De afvalbakken worden dagelijks geleegd en gereinigd.
In de toiletblokken zijn wastafels aanwezig met zeep en faciliteiten om de handen te drogen.
Geurverspreiding vanuit toiletten naar elders in het gebouw wordt voorkomen.
De toiletruimten worden op onderdruk gehouden t.o.v. de omliggende ruimten.
De afvoercapaciteit van de toiletten bedraagt minimaal 50 m3 /uur afzuiging per toilet(pot)/urinoir.
De lucht uit toiletten wordt beschouwd als retourlucht en wordt direct uit deze ruimten naar buiten afgevoerd.
Vloeren en wanden (tot min. 70 cm hoogte) zijn zo uitgevoerd dat urine niet in het materiaal kan trekken.
Alle warmwatervoorzieningen voldoen aan de eisen voor bescherming tegen legionellabacteriën.