Gangen en trappen
Inrichtingseisen gebouw
Momenteel ligt de tekst over dit thema ter toetsing voor bij het Ministerie van SZW. Zodra het thema definitief is goedgekeurd verwijdert SOM deze melding op deze webpagina.
Vloeren, gangen en trappen zijn veilig uitgevoerd en goed onderhouden en verkeren in goede staat. Ze zijn goed begaanbaar, de vloer is niet glad, het glas is veilig en vluchtroutes zijn vrij.
Normen en wetgeving
- Vloeren, gangen en trappen zijn veilig uitgevoerd en goed onderhouden en verkeren in goede staat.
- Bepaling: Bij onrust zijn er mogelijk grote verkeersstromen en mogelijk hollende mensen. Dat laatste moeten scholen voorkomen.
- Er zijn geen scherpe uitsteeksels (zoals kapstokhaken), ruwe materialen of splinters aanwezig.
- Vloeren hebben geen oneffenheden en zijn niet glad.
- Plekken waar van een hoogte vallen mogelijk is (leuningen, kantplank), zijn afgeschermd.
- Op plaatsen waar zaken naar beneden kunnen vallen, zijn looproutes afgeschermd.
- Gangpaden zijn voldoende breed (let ook op de opstelling van kasten, kapstokken en dergelijke).
- Deuren zijn deels doorzichtig, dicht of kunnen dichtgaan bij brand (als ze brand- of rookscheiding zijn). Glas in looproutes/gangen is veilig toegepast: als het risico bestaat dat er druk op komt (tegen geleund of gedrukt wordt) of iemand of iets ertegenaan kan vallen of stoten, is het veiligheidsglas, afgeschermd door middel van beugels of een andere adequate bescherming. Glas dat breekt kan niet naar beneden op personen vallen.
- In gangen en op trappen is goede verlichting (ook noodverlichting).
- De trappen zijn goed begaanbaar zonder risico op uitglijden.
- Trappen zijn voldoende breed; namelijk minimaal 0,7 m voor bestaande bouw en 0,8 m voor nieuwbouw. De hoek bedraagt circa 45°. De treden zijn gaaf, stroef en uniform in hoogte en diepte. Aan beide zijden van de trap zijn doelmatige leuningen aanwezig (aan één zijde mag, als de trap smaller is dan 1,20 m; als de trap breder is dan 2,20 m, is ook in het midden een leuning aangebracht). Indien de trede minder diep is dan 22,5 cm is de optree open. Deze eisen gelden ook voor trappen in vluchtwegen.
- Bij schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden treft u adequate maatregelen om gevaren voor voorbijgangers te voorkomen.
- Werkzaamheden in gangen, trappenhuizen en andere gemeenschappelijke ruimtes, kunnen de gebruikelijke vluchtroutes belemmeren, maar vooral kunnen voorbijgangers hierdoor risico’s lopen door vallende objecten of bijvoorbeeld omdat de vloer glad is (denk aan glazenwassen, vloeren reinigen, bekabeling). Scholen moeten dit zien te voorkomen.
- Arbobesluit hoofdstuk 3, afdeling 1, paragraaf 2: artikelen 3.2, 3.3, 3.13 en 3.14
- Bouwbesluit art. 2.34 e.v.
- NEN 3509: vaste trappen in gebouwen