Algemene informatie
Het binnenklimaat in een gebouw is een gevolg van invloeden van: het buitenklimaat, de gebouweigenschappen, processen, machines, aanwezige personen, en dergelijke. Ook de corrigerende invloed van klimaatvoorzieningen, zoals ventilatie, verwarming en koeling spelen mee. Een veelgehoorde term bij het binnenklimaat is ‘thermische behaaglijkheid’, ofwel in welke mate iemand het koud of warm heeft. In het dagelijks leven praten we in dit verband over de temperatuur in een ruimte. Toch bepaalt niet alleen de (lucht)temperatuur of we het warm of koud hebben. Ook de luchtsnelheid, de stralingstemperatuur, de luchtvochtigheid, het activiteitenniveau en de kledingisolatie spelen een rol.
Ook de kwaliteit van de binnenlucht is belangrijk bij de beleving van het binnenklimaat. Een maat voor de kwaliteit van de binnenlucht bij aanwezigheid van mensen is de CO2-concentratie.
Een slecht binnenklimaat in scholen heeft een negatief effect op de gezondheid en werk- en leerprestaties van studenten en personeel.
Leidraad
Wanneer er verbouw- of nieuwbouwplannen bestaan of nieuwe installaties nodig zijn, is het belangrijk vooraf eisen te stellen aan het ontwerp van het gebouw en/of de installaties. Daarbij is behalve een optimaal binnenmilieu ook beperking van het energiegebruik essentieel, alleen al vanwege de kosten.
Voor opdrachtgevers van nieuw- en verbouw van scholen (schoolbesturen en gemeenten) dient het Programma van eisen Frisse Scholen 2021 als leidraad voor een ‘frisse school’. Het programma van eisen gaat uit van drie klassen met bijbehorende eisen: klasse C (acceptabel), klasse B (goed) en klasse A (zeer goed).