Algemene informatie
De instelling legt een register aan van alle gevaarlijke stoffen waarmee door medewerkers en studenten gewerkt wordt en laat in het kader van de RI&E een meting of erkende beoordeling uitvoeren door een deskundige. Zo’n meting of beoordeling van de blootstelling is overigens niet nodig als gewerkt wordt volgens een erkende Veilige Werkwijze, zoals die bijvoorbeeld in de metaalsector zijn vastgesteld.
Een meting of beoordeling brengt per stof de blootstelling aan het licht waar de werknemers en studenten via hun luchtwegen mee te maken hebben. De resultaten worden in het register vastgelegd en vervolgens vergeleken met publieke of private grenswaarden. Publieke grenswaarden zijn te vinden in bijlage 13 van de Arboregeling. Deze grenswaarden gaan over concentraties in de lucht. Stoffen die ook gemakkelijk door de huid heen kunnen dringen, kunnen een aanduiding H krijgen, Voor gevaarlijke stoffen waar geen publieke grenswaarden voor vastgesteld zijn, dient de instelling met deskundige ondersteuning zelf te op een gedegen manier te bepalen aan welke concentratie een werknemer of student ten hoogste blootgesteld mag worden. Vaak kunnen buitenlandse normen en veiligheidsinformatiebladen van de leverancier hierbij behulpzaam zijn.
Als de gemeten of beoordeelde blootstelling de grenswaarde niet overschrijdt of benadert, kan aangenomen worden dat de gezondheidsrisico’s beheerst zijn. Zo niet, dan zullen meteen (tijdelijke) maatregelen getroffen moeten worden. Omvangrijke aanpassingen kunnen worden opgenomen in het plan van aanpak.
Als ‘redelijkerwijs’ niet van een werkgever gevergd kan worden om de maatregelen te nemen die de blootstelling aan gevaarlijke stoffen onder het niveau van de grenswaarde te brengen, moet hij via een stappenplan in het plan van aanpak bij de RI&E aangeven hoe en op welke termijn de grenswaarde wel haalbaar is. Ook moeten tussentijdse beschermende maatregelen worden vermeld. Bij kankerverwekkende en mutagene stoffen werkt dit redelijkerwijsbeginsel anders: daar is vervanging van de stof vereist als dat technische mogelijk is. Economische motieven mogen hier geen rol spelen.
Door de Zelfinspectietool ‘Gevaarlijke stoffen’ van Inspectie SZW in te vullen krijgt een instelling meteen inzicht in hoeverre haar beleid inzake gevaarlijke stoffen voldoet aan de wettelijke voorschriften.