Selecteer een pagina

Arbobeleid

Arbeidsomstandigheden beleid en organisatie

De Arbowet is het voornaamste wettelijke kader voor de opzet en uitvoering van het arbobeleid.

Normen en wetgeving

De werkgever is volgens de Arbowet verplicht om arbobeleid te voeren dat gebaseerd is op de stand van de techniek en professionele dienstverlening. Daarbij moet hij er inhoudelijk naar streven dat hij:

  • de problemen zoveel mogelijk bij de bron aanpakt;
  • de werkplekken en de arbeidsinhoud zoveel mogelijk aanpast aan de persoonlijke eigenschappen van de werknemers (bijvoorbeeld bij functionele beperkingen);
  • monotone arbeid zoveel mogelijk voorkomt;
  • doeltreffende maatregelen neemt in het kader van de bedrijfshulpverlening;
  • psychosociale arbeidsbelasting voorkomt of beperkt.

De werknemer zorgt voor de eigen veiligheid en die van anderen en neemt de nodige zorgvuldigheid in acht (overeenkomstig zijn/haar opleiding en de door de werkgever verstrekte instructies).
De werknemer:

  • gebruikt de arbeidsmiddelen (gereedschappen, machines en persoonlijke beschermingsmiddelen) en gevaarlijke stoffen op de juiste wijze;
  • -verwijdert geen beveiligingen (bijvoorbeeld op machines);
  • werkt mee aan voorlichting en onderricht en werkt volgens de instructies;
  • meldt gevaarlijke situaties aan de werkgever of leidinggevende;
  • staat (indien gevraagd) in- en externe arbodeskundigen bij.

In het arbobeleid zijn ten minste de volgende onderdelen benoemd en concreet uitgewerkt:

  • Medewerkers en deelnemers worden regelmatig voorgelicht en geïnstrueerd over de manier waarop ze veilig en gezond kunnen werken en leren.
  • Verantwoordelijke leidinggevenden, docenten en andere medewerkers zien erop toe dat iedereen op de veiligste manier werkt.
  • Verzuimbeleid is geformuleerd en de werkwijze vastgelegd.
  • De onderwijsinstelling houdt rekening met de belastbaarheid van bijzondere groepen medewerkers en deelnemers.
  • De instelling heeft beleid over omgangsvormen geformuleerd en ingevoerd, waarin ook competenties, voorzieningen en opvang zijn geregeld.
  • De school registreert ongevallen en bijna-ongevallen in een actueel register en meldt ernstige ongevallen bij de Inspectie SZW.
  • De bedrijfshulpverlening is adequaat georganiseerd.
  • De instelling voert periodiek een MTO uit, maakt hiervan een plan van aanpak en communiceert dit. De verbeterpunten uit het MTO worden meegenomen in de ontwikkeling van arbo- en verzuimbeleid.

 

Informatie en tools

Interessante sites